De AME: een nieuwe Europese stem om de overgang naar decarbonisatie te versnellen
De AME werd officieel opgericht op 20 maart 2025 in Amsterdam en markeert een keerpunt in de vertegenwoordiging van de autosector bij de Europese instellingen. De alliantie verenigt nu acht nationale verenigingen van distributeurs en automotive professionals: Mobilians (Frankrijk), ZDK (Duitsland), BOVAG (Nederland), GANVAM (Spanje), Traxio (België), AutoBranchen (Denemarken), AKL (Finland) en ARAN (Portugal).
Het wordt mede voorgezeten door Xavier Horent, Managing Director van Mobilians, en Kurt-Christian Scheel van het Duitse ZDK, waaruit blijkt dat men streeft naar leiderschap in groene mobiliteit in Europa.
Een ondervertegenwoordigde maar essentiële sector
De AME werd opgericht als reactie op het feit dat, hoewel de beroepen autodistributie, aftersales en service meer dan 50 % van de banen in de autosector in Europa vertegenwoordigen, hun stem marginaal bleef in de Brusselse debatten. Toch zijn het deze professionals die dagelijks in contact staan met consumenten en bedrijven. Zij kennen de werkelijke beperkingen en verwachtingen van de laatstgenoemden. Deze nabijheid geeft de AME een bijzondere legitimiteit bij het voorstellen van concrete, toepasbare oplossingen.
Xavier Horent legt het goed uit: "De vertegenwoordiging van de verkoop- en aftersalessector, en meer in het algemeen de auto- en mobiliteitsdienstensector, in Brussel is een essentieel element in de ontwikkeling van Europees overheidsbeleid [...]. De ambitie achter de oprichting van deze nieuwe alliantie [...] is vooral een streven naar efficiëntie om de stem van de leiders van onze sector op het hoogste niveau te brengen en nauwe relaties te onderhouden met fabrikanten, leveranciers van apparatuur en distributeurs van onderdelen."
Een pragmatisch standpunt over de deadline van 2035
In tegenstelling tot sommige retoriek die de doelstelling van het einde van thermische energie in twijfel zou kunnen trekken, neemt de AME een constructieve houding aan. De vereniging betwist de klimaatambitie voor 2035 niet, maar roept op tot een herziening van de methodologie. Naar haar mening negeert een metriek die alleen gebaseerd is op uitlaatemissies de uitstoot stroomopwaarts en ontmoedigt het kosteneffectieve alternatieven.
Deze pragmatische aanpak is erop gericht om het scala aan technologische oplossingen te verbreden en tegelijkertijd het koolstofarm maken van het bestaande wagenpark echt te versnellen.
Een gestructureerd stappenplan
Als onderdeel van de openbare raadpleging die door de Europese Commissie werd gelanceerd, heeft de AME een reeks voorstellen ingediend die gericht zijn op een aantal gebieden.
De vereniging roept op tot de erkenning van een koolstofcorrectiefactor (CCF) om hernieuwbare en klimaatneutrale energiedragers te erkennen, naast elektrische voertuigen met een laag energieverbruik. batterij.
Er wordt ook voorgesteld om de belastingvrijstellingen voor niet-vervuilende voertuigen te verlengen tot 2035. De onmiddellijke aftrek van een afgetopt deel van de aankoopprijs van het belastbaar inkomen als alternatief voor complexe subsidies werd ook genoemd.
De vereniging roept ook op tot een grootschalige uitrol van oplaadinfrastructuur.
Tot slot wordt er opgeroepen tot vereenvoudiging van de controle- en rapportageprocedures met behulp van effectieve digitale hulpmiddelen.
De AME-routekaart onderscheidt zich daarom door zijn systemische visie op de ecologische transitie voor het hele mobiliteitsecosysteem.
Een visie op decarbonisatie die verder gaat dan uitlaatemissies
De huidige Europese regelgeving meet de CO2-uitstoot van voertuigen uitsluitend aan de uitlaat. Hoewel deze meetmethode het voordeel van eenvoud heeft, gaat ze voorbij aan een complexere realiteit: de echte koolstofimpact van een voertuig is niet beperkt tot het gebruik ervan. Het begint al bij de productie en is afhankelijk van de herkomst van de energie die het verbruikt.
Het is precies deze aanpak die AME wil veranderen, door een uitgebreidere en rechtvaardigere visie op het koolstofvrij maken van de automobielsector voor te stellen.
Het spectrum van oplossingen uitbreiden met de Carbon Correction Factor (CCF)
Een van de belangrijkste voorstellen van AME is om een koolstofcorrectiefactor (Carbon Correction Factor - CCF) in te voeren in de methodologie voor het berekenen van emissies. Praktisch gezien zou dit mechanisme het gebruik van hernieuwbare en klimaatneutrale energiedragers erkennen en belonen. Een visie die verder gaat dan batterij-elektrische voertuigen (BEV's).
De diversiteit van koolstofarme energieën erkennen
De FCC zou de weg vrijmaken voor officiële erkenning van verschillende aanvullende oplossingen: hernieuwbare brandstoffen zoals HVO100 (synthetische diesel) en B100 (biodiesel), gecertificeerde groene elektriciteit, waterstof geproduceerd uit hernieuwbare energie, enz. Deze aanpak zou het mogelijk maken om een deel van het wagenpark onmiddellijk koolstofvrij te maken zonder te wachten tot het volledig vervangen is. Dit is een grote uitdaging, aangezien de gemiddelde levensduur van een bedrijfsvoertuig meer dan tien jaar is.
Hybride voertuigen promoten als overgangsoplossing
De AME roept ook op om meer aandacht te besteden aan hybride, plug-in hybride en range-extender voertuigen.autonomie in het ecologische overgangstraject. Deze technologieën, die vaak als compromissen worden gezien, zouden volgens de vereniging een essentiële stap kunnen zijn in een strategie van geleidelijke decarbonisatie. Ze kunnen de CO2-uitstoot vandaag verminderen en vooral bestuurders vertrouwd maken met elektrisch rijden, zodat ze klaar zijn voor de komst van 100 % elektrische voertuigen binnen hun infrastructuur.
Voor Beev is overschakelen op elektrische voertuigen de economisch rationele oplossing die in lijn is met de Europese klimaatdoelstellingen. Dankzij onze expertise kunnen we bedrijven stap voor stap begeleiden bij deze omschakeling, ongeacht hun activiteitensector.
Maandag tot vrijdag van 9.00 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 19.00 uur
Het belang van het bestaande wagenpark: echte ontkoling meten
Naast de verkoop van nieuwe voertuigen vestigt de AME de aandacht op een belangrijke blinde vlek in de huidige regelgeving: de impact van het bestaande wagenpark.
In Europa zijn er dagelijks meer dan 250 miljoen voertuigen op de weg, en het zou tientallen jaren duren om ze allemaal te vervangen. Om deze leemte op te vullen, stelt de vereniging de invoering voor van een vlootindicator die de daadwerkelijke decarbonisatie van de vloot in omloop zou meten. Deze indicator zou het mogelijk maken om het werkelijke effect van overheidsbeleid en de inspanningen van economische spelers te beoordelen. Er zou rekening worden gehouden met tweedehands elektrische voertuigen, omschakelingen naar alternatieve brandstoffen en de werkelijke snelheid waarmee de meest vervuilende voertuigen worden uitgefaseerd.
Tot slot benadrukt de VAM de noodzaak om personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen afzonderlijk te reguleren. Lichte bedrijfsvoertuigen, die essentieel zijn voor de activiteiten van veel kleine en middelgrote ondernemingen en KMO's, hebben hun eigen specifieke beperkingen: zware ladingen, een grote actieradius of de noodzaak om overdag snel op te laden. Ze hebben ook andere infrastructuureisen, met een grotere afhankelijkheid van snellaadstations op hun bedrijfslocatie.
Deze vraag naar gedifferentieerde trajecten erkent een eenvoudige realiteit: het koolstofvrij maken van een bedrijfswagenpark vergt grotere investeringen en organisatorische aanpassingen dan bedrijfswagens.
Bij Beev zien we dagelijks dat elektrificatieprojecten voor commerciële voertuigen een veel gedetailleerdere analyse vereisen van het werkelijke gebruik, de laadcycli en het rendement op investering.
Consumenten en bedrijven weer centraal stellen bij de overgang
De realiteit van de markt laat een zorgwekkende kloof zien tussen de ambities voor decarbonisatie en de daadwerkelijke invoering van elektrische voertuigen. AME stelt deze kwestie opnieuw centraal in het debat: om de ecologische transitie tot een succes te maken, is het essentieel om de praktische obstakels weg te nemen die bedrijven en particulieren er nog steeds van weerhouden om over te schakelen op elektrische mobiliteit.
Huidige belemmeringen voor goedkeuring
In Europa waren batterij-elektrische voertuigen goed voor 15,6 % inschrijvingen in de eerste helft van 2025. Dit is nog steeds niet genoeg om de doelstelling van 100 % nulemissievoertuigen tegen 2035 te halen. Er zijn nog steeds een aantal obstakels die de omschakeling van professionele wagenparken vertragen:
- De aankoopkosten
Ondanks de geleidelijke verlaging van de productiekosten van batterijen en de lancering van elektrische stadsauto's tegen meer betaalbare prijzenDe aankoopprijs van een elektrisch voertuig is echter nog steeds hoger dan die van zijn equivalent met verbrandingsmotor. Voor een VSE of KMO die meerdere voertuigen tegelijk moet vervangen, betekent dit verschil een aanzienlijke financiële uitgave die de cashflow onder druk kan zetten. Hoewel de totale eigendomskosten (TCO) snel gunstig worden voor elektrische voertuigen dankzij besparingen op energie en onderhoud, blijft de initiële investering een groot psychologisch en financieel obstakel.
Bij Beev zien we dat de toetredingskosten vaak de grootste zorg zijn van bedrijfsleiders, nog vóór vragen over autonomie of infrastructuur. Daarom zijn het optimaliseren van de ondersteuning en een gedetailleerde analyse van de TCO cruciale fasen in elk elektrificatieproject.
- Onzekerheid over restwaarde
Wagenparkbeheerders maken zich terecht zorgen over de restwaarde van elektrische voertuigen. Met een markt die nog in de kinderschoenen staat en snel evoluerende technologie kan het voor bedrijven moeilijk zijn om betrouwbare budgetprognoses te maken voor de levensduur van hun voertuigen.
Dit probleem zou echter geleidelijk moeten verdwijnen naarmate de markt volwassener wordt en de gezondheidsindicatoren van de batterij gestandaardiseerd worden. Elektrische voertuigen, met minder slijtende onderdelen en een grotere mechanische duurzaamheid, zouden uiteindelijk een stabielere restwaarde moeten hebben dan voertuigen met verbrandingsmotoren.
- Onvoldoende oplaadinfrastructuur
Het netwerk van openbare oplaadfaciliteiten groeit, maar blijft ongelijk over het hele land. Voor bedrijven waarvan de werknemers lange reizen maken of hun bedrijfsvoertuigen intensief gebruiken, is toegang tot betrouwbare snellaadstations een essentiële voorwaarde. Juist daarom is de installatie van laadstations op locatie een effectieve oplossing voor bedrijfswagenparken.
De AME, een kader dat is gestructureerd rond drie prioriteitsgebieden voor actie
| PILARS | CONCRETE DOELEN |
|---|---|
| Massale uitrol van elektrische oplaadinfrastructuur | - Installatie van laadstations op locatie - Installatie van een dicht en betrouwbaar snellaadnetwerk op grote routes |
| Vereenvoudiging van controleprocedures en digitalisering | - Ontwikkeling van digitale hulpmiddelen om emissiecontrole en wettelijke rapportage te automatiseren - Vereenvoudiging van rapportage- en nalevingsprocedures |
| Herijking van de bijdragen voor overtollige emissies | - Ervoor zorgen dat sancties echt substantiële en blijvende emissiereducties aanmoedigen - Vermijd opportunistische optimalisatiestrategieën |
De boodschap is duidelijk: elektrische mobiliteit heeft nu alle fundamenten die nodig zijn om de norm te worden. Bedrijven die nu beginnen met elektrificeren zullen profiteren van een gunstig regelgevend kader.
Welke impact zal dit hebben op het wagenpark van uw bedrijf?
De voorstellen die de AME aan de Europese Commissie voorlegt, zijn meer dan een debat tussen experts: ze bepalen het regelgevende en fiscale kader waarin alle bedrijven de komende jaren zullen werken.
Als de voorgestelde belastingmaatregelen worden aangenomen, zal de economische vergelijking voor elektrische voertuigen nog gunstiger worden. En bedrijven die de overstap al hebben gemaakt, zullen op twee manieren profiteren: ze zullen hun leercurve hebben voorzien en onder de knie hebben, en ze zullen de nieuwe maatregelen ten volle kunnen benutten om de vernieuwing van hun wagenpark te versnellen.
Anticipeer in plaats van te lijden
Als de2035 deadline lijkt misschien nog ver weg, maar wachten tot de laatste paar jaar om over te schakelen op elektrische voertuigen kan ons blootstellen aan een aantal risico's. Er kan bijvoorbeeld druk ontstaan op de beschikbaarheid van voertuigen, mogelijke prijsdruk, beperkte installatiecapaciteit voor oplaadinfrastructuur en zelfs een gebrek aan feedback om de keuzes van het bedrijf te optimaliseren. Door nu te plannen, kunt u bepalen welke organisatorische veranderingen u moet doorvoeren om ervoor te zorgen dat uw bedrijf soepel verloopt.
Bovendien evolueert de markt voor elektrische voertuigen snel: elk jaar brengt zijn eigen verbeteringen met zich mee op het vlak van actieradius, oplaadtijd en prijs. Door u nu al vertrouwd te maken met deze technologie, ontwikkelt u al interne expertise.
Bovendien kunt u door vooruit te kijken profiteren van een cumulatief kostenvoordeel. Elk jaar dat u een elektrisch voertuig gebruikt, bespaart u aanzienlijk op brandstof en onderhoud. Door vandaag met uw overstap te beginnen, kunt u extra jaren van operationele besparingen verzamelen.
Tot slot is de elektrificatie van uw wagenpark een strategische differentiator. Veel bedrijven voldoen niet alleen aan de regelgeving, maar nemen nu ook milieucriteria op in hun aanbestedingen. Het hebben van een elektrisch wagenpark kan een doorslaggevend verkoopargument worden ten opzichte van concurrenten die er geen hebben. Communiceren over een concrete aanpak van decarbonisatie en dit illustreren met een zichtbaar elektrisch wagenpark versterkt uw positie als verantwoordelijk bedrijf.
3 goede redenen om voor Beev te kiezen om elektrisch te gaan
- TCO, gebruik en infrastructuur
Bij Beev weten we dat elk bedrijf zijn eigen specifieke kenmerken heeft die een gestandaardiseerde aanpak onmogelijk maken. Daarom beginnen we elk project met een grondige, diepgaande analyse van uw situatie.
- Hulp bij subsidies en belastingen
De beschikbare steun voor de aankoop van elektrische voertuigen verandert voortdurend: ecologische bonus, conversiepremie, regionale steun, belastingvrijstellingen. Bedrijven die niet dagelijks op de hoogte blijven van deze ontwikkelingen lopen het risico om belangrijke financiële kansen mis te lopen. Daarom houden wij alle nationale en regionale steunregelingen voortdurend in de gaten.
- Restwaarde en levenscyclusbeheer
Wij ondersteunen u gedurende de hele levenscyclus van uw voertuigen, van aankoop tot gebruik. Ons doel: van uw elektrische wagenpark een hoogwaardig, winstgevend bedrijfsmiddel maken, dat perfect is afgestemd op uw doelstellingen om de CO2-uitstoot terug te dringen.
Conclusie
De voorstellen die de AME bij de Europese Commissie heeft ingediend, markeren een belangrijke fase in het debat over het einde van verbrandingsmotoren in 2035. In plaats van de doelstelling van decarbonisatie in twijfel te trekken, vragen de Europese autodistributeurs om een meer pragmatische en inclusieve aanpak.
Deze routekaart erkent een essentiële realiteit: over klimaatdoelstellingen valt niet te onderhandelen, maar bij de wegen om ze te bereiken moet rekening worden gehouden met een veelheid aan factoren.
Voor bedrijven is deze overgang veel meer dan een wettelijke beperking. Het is een kans om te moderniseren, de kosten te optimaliseren en zich te onderscheiden van de concurrentie.
Groene mobiliteit is niet langer een ver vooruitzicht, maar een realiteit die vandaag toegankelijk en effectief is.























